Herken je dit? Je NT2-les begint en de klas is muisstil. Cursisten vermijden oogcontact, de sfeer is gespannen en de energie is laag.
De oplossing: korte icebreakers en warming-up activiteiten. Deze speelse werkvormen verminderen spreekangst, brengen beweging in de groep en zorgen ervoor dat cursisten meteen Nederlands spreken. Hier vind je tien beproefde ideeën, geschikt voor kinderen, jongeren en volwassenen.
1. Twee Waarheden en een Leugen (met een twist)
Cursisten vertellen twee waarheden en één leugen over zichzelf. De groep moet raden welke zin niet klopt.
Waarom het werkt: Bouwt onderlinge band op. Stimuleert volledige zinnen en vervolgvragen.
Variant: Laat cursisten de zinnen anoniem opschrijven voor verlegen groepen.
2. Het Alfabetspel
Verdeel het bord in tweeën. Roep twee cursisten naar voren en noem een categorie: eten, landen, dieren. Wie schrijft het snelst woorden bij A, B, C…?
Waarom het werkt: Herhaalt woordenschat, zorgt voor energie en competitie, heel geschikt als snelle oppepper.
3. Zou je liever…?
Stel grappige vragen, bijvoorbeeld:
- Zou je liever in het verleden of in de toekomst leven?
- Zou je liever een huis van chocolade of van glas hebben?
Waarom het werkt: Nodigt uit tot meningen en creatief denken. Leert zinsstructuren voor voorkeuren en argumentatie.
4. Beeldprikkels
Laat een grappige of opvallende foto zien en vraag:
- Wat zie je?
- Wat gebeurt er?
- Wat zou er daarna kunnen gebeuren?
Waarom het werkt: Stimuleert beschrijvend taalgebruik. Wekt fantasie en discussie. Ideaal voor beginners én gevorderden.
5. Het Ballenspel
Gooi een zachte bal en stel een snelle vraag (Wat is je favoriete eten?). De cursist beantwoordt en gooit de bal door met een nieuwe vraag.
Waarom het werkt: Zorgt voor beweging en energie, verlaagt stress, en oefent zowel vragen stellen als beantwoorden.
6. Speedchat
Zoals speeddaten, maar met vragen om Nederlands te oefenen. Twee cursisten praten één minuut, daarna wisselt de partner.
Waarom het werkt: Iedereen komt aan het woord. Oefent luistervaardigheid. Brengt meteen leven in de klas.
7. Mystery Bag
Neem een tas met willekeurige voorwerpen mee (lepel, speelgoedauto, sjaal). Elke cursist pakt iets en maakt er een zin of kort verhaal bij.
Waarom het werkt: Stimuleert creativiteit. Creëert spontane spreekmomenten. Altijd verrassend en leuk.
8. Emoji Check-In
Teken een paar emoji’s (😊 😴 🤔 😍 😡). Cursisten kiezen er één die hun gevoel uitdrukt en leggen uit waarom.
Waarom het werkt: Maakt gevoelens uiten normaal en veilig. Versterkt empathie in de groep. Ideale start van een les.
9. Zoek iemand die…
Maak een werkblad met opdrachten: Zoek iemand die een huisdier heeft / graag pizza eet / meerdere talen spreekt. Cursisten lopen rond en stellen vragen aan elkaar.
Waarom het werkt: Brengt de hele klas in beweging. Zet iedereen meteen aan het praten. Werkt goed bij nieuwe groepen.
10. Korte Quiz
Bereid vijf simpele vragen voor (algemene kennis, woordenschat, weetjes). Teams strijden om punten.
Waarom het werkt: Activeert voorkennis. Maakt de les speels en competitief. Zorgt voor een enthousiaste start.
Waarom Icebreakers en Warming-ups belangrijk zijn
Sommige docenten zien ze als “spelletjes,” maar ze zijn krachtige tools:
- Verlagen spreekangst en vergroten zelfvertrouwen.
- Helpen cursisten snel in de “Nederlandse stand” te komen.
- Versterken groepsgevoel en klasdynamiek.
- Leiden tot meer participatie tijdens de hele les.
Tot slot
Sla de warming-up niet over. Zelfs vijf minuten met een icebreaker kan stille cursisten veranderen in actieve sprekers. Of je nu kiest voor een gekke vraag, een balspel of een mystery bag: zodra het ijs gebroken is, komt de Nederlandse taal vanzelf op gang.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.